Columns
De twijfelende manager
‘Ik twijfel of ik een goede manager ben.’ ‘Kan ik het wel? Dit zijn de serieuze verzuchtingen en twijfels die ik maar al te vaak te horen krijg van gestresste leidinggevenden. Bij weinig beroepsgroepen wordt zo getwijfeld over het eigen kunnen als in managementland. Misschien dat psychotherapeuten en organisatieadviseurs qua twijfeldichtheid nog het meest in de buurt komen. De overeenkomst tussen deze beroepsgroepen is dat niemand precies weet wat een goede manager, psychotherapeut of organisatie adviseur is. Misschien is het voordeel voor psychotherapeuten en organisatieadviseurs dat er voor hen diploma’s en registraties bestaan, zogenaamde objectieve keurmerken waar je je aan kunt vastklampen. Maar de psychotherapeut die de literatuur heeft bestudeerd en kennis neemt van empirisch onderzoek weet dat de meeste patienten ook opknappen als ze op de wachtlijst staan. En de organisatieadviseur weet dat het beste advies bestaat uit hetgeen de klant al zelf had bedacht. Een verstandige manager weet dat hij voor zijn successen is overgeleverd aan de markt en aan al die mensen die voor hem werken die hij niet aan een touwtje heeft. Daarbovenop komen ook nog eens de toevallige opvattingen van zijn eigen baas over wat een goed manager is. Laatst hoorde ik een verhaal van een directeur bij een overheidsinstelling die na de komst van een nieuwe baas binnen enkele maanden alleen maar slechte beoordelingen kreeg: u durft geen beslissingen te nemen, u luistert teveel naar uw medewerkers, u moet krachtiger optreden in vergaderingen, u moet pal staan voor wat u wilt. De nieuwe baas had een ander managementbeeld. Omgekeerde verhalen hoor je ook regelmatig: de nieuwe baas vindt juist dat je meer naar je medewerkers moet luisteren. Dan wordt bijvoorbeeld een trendy begrip als coachend leidinggeven uit de kast gehaald. Bij een nieuwe baas of een modegolf die je organisatie overspoelt, kun je van het ene op het andere moment blijken te disfunctioneren.
Als je tot deze beroepsgroep behoort is het dus zeer terecht om te twijfelen aan je eigen kunnen. Je bent niet goed bij je hoofd wanneer je dat niet doet. Niemand wil een manager die niet goed bij zijn hoofd is. We hebben hiermee één hard criterium bij de selectie van de een manager: hij moet voortdurend twijfelen aan zijn kunnen, want dat is pas realistisch denken.
© Theo IJzermans
Columns: