Columns
Het verborgen paradijs
De kinderen zitten in het ochtendzonnetje op het terras te smikkelen van hun kreeft. Ze kijken uit over een rotsachtige baai waar boven de rimpelloze blauwe zee de reusachtige meeuwen hun duikvluchten uitvoeren. Een miljonairsgezin op vakantie?
Het is een beeld uit het dagelijkse leven van de familie Zavaleta Rodriguez die in het zuiden van Mexico aan de Pacific woont. Hun huisje is te bereiken via een smal pad dat ik jaren geleden volgde op zoek naar een plek om te snorkelen. Die hebben het pas goed voor elkaar, dacht ik als romantische reiziger. Ik heb mij het afgelopen jaar de pleuris gewerkt om hier een paar weken te kunnen zijn en kijk hier nou eens! Op zo’n moment sla ik me dan weer eens flink voor mijn kop, toch de verkeerde keuzes in mijn leven gemaakt.
De familie die in een zelfgebouwd huis van vier bij vier meter woont, verhuurt snorkels á twee dollar per dagdeel. Van die plastic snorkels die je hier voor pakweg tien dollar koopt. Vijf keer verhuren en de investering is er uit.
Af en toe komt er een groepje toeristen uit het nabijgelegen dorp en tientallen dollars stromen binnen. Eénmaal per week wordt een paar kratjes cola en pils in het dorp gehaald die de familie voor het dubbele van de prijs aan de snorkelaars verkoopt. Vader duikt een keer per dag naar kreeft en octopus die de hongerige snorkelaars aan het eind van de dag krijgen voorgezet. Het bestaan ziet er uiterst relaxed uit.
Dit is natuurlijk idealiserend geleuter. Typisch van die vakantie fantasieën in de orde van: Waarom wordt ik geen schaapherder in Kreta of visserman op Malta? Als je een maand achter je schapen hebt aangelopen verveel je je suf.
Menige drastische beslissing op het hoogtepunt van de midlife crisis is dan ook op teleurstellende wijze geëindigd. Volgens mij zit Zuid-Frankrijk vol met gefrustreerde buitenlanders die zich ongelukkig zitten te voelen op hun ecoboerderijtje. En die mensen daar in Mexico zijn natuurlijk ook al lang uitgekeken op die zee. Wat een ellende eigenlijk, denk ik dan achteraf.
Bezorgd dacht ik aan die aardige familie Zavaleta Rodriguez toen in het najaar van 1997 precies op dit deel van de kust de orkaan Rick toesloeg, een van de vele El Niño-rampen in deze buurt. Volgens de berichtgeving waren er honderden doden.
Aangezien de nieuwsvoorziening in Nederland weinig gedetailleerd is over zo’n ver-weg-ramp, zocht ik de berichten op via internet. En ja hoor, ik kreeg contact via e-mail met een inwoner van het dorp, die enkele weken na de ramp weer bereikbaar bleek. Goddank, het dorp was zwaar getroffen maar geen doden, die waren gevallen in de steden meer naar het noorden. Alle mensen die ik kende waren met behulp van het leger druk doende om hun huizen weer op te bouwen. Dit was ook het geval met de familie Zavaleta Rodriguez.
Een paar maanden later heb ik ze opgezocht. Tegen de avond zit de hele familie buiten bij de ondergaande zon die de lucht in de verte rood en geel kleurt, naar een oude zwart-wit televisie te kijken. Het beeld is wat sneeuwerig, ze kijken naar een Mexicaanse soap waarin veel gesnik voorkomt en in dure sportwagens wordt gereden.
Valeria, de moeder, vertelt het relaas van de orkaan. Zes meter hoge gloedgolven sleurden het huis en de boot weg. Zij zelf vluchtten de bergen in waar ze zich met het hele gezin uren lang aan bomen vastklampten tot het natuurgeweld over was.
De afgelopen tijd hebben ze hard moeten werken , de militairen hebben geholpen bij het opbouwen van het huis, er is nu ook electriciteit aangelegd. Een nieuw bootje met buitenboordmotor ligt te pronken op het strand, gekocht van een renteloze lening uit het rampenfonds.
Of ze toch niet liever ergens anders wil wonen? Valeria is pertinent. Wijzend naar de soap op tv antwoordt ze: wat dacht je van al die ellende! Ze is al blij dat ze van die drukte in het dorp af is, waar ze jaren met te veel mensen bij haar schoonmoeder heeft ingewoond. Ze vertelt dit stralend.
Hun huis is er op vooruitgegaan, het is nu wel vijf bij vijf meter geworden. Tegen de zijkanten hangt het zwaar beschadigde bord dat ik nog ken van vroeger: El Paraiso Escondido, het verborgen paradijs.
Ik bestel een tequila, tijd om van de zonsondergang te genieten. Nog een week dan ga ik weer naar kantoor. Als ik hard werk en wat spaar, kan ik volgend jaar misschien weer even terugkomen.
Waar hadden we het ook al weer over?
© Theo IJzermans
Columns: