Columns
De woedende medewerker
Het hoofd van de afdeling smijt de conceptnota met een van razernij vertrokken gezicht op het bureau van de medewerker. Twee collega's raken slaags na een verhitte discussie over het te volgen beleid. Een gefrustreerde computergebruiker slaat zijn werkstation dat dienst weigert aan gruzelementen met een ijzeren staaf.
Waarschijnlijk komen deze scènes u niet bekend voor. Wij hebben namelijk geleerd op een beschaafde manier om te gaan met onze boosheid. Veel verder dan knarsetanden, het iets harder dichttrekken van een deur of het plaatsen van een enkele opmerking op een licht geïrriteerde toon komen we meestal niet. Goed, geweld tegen levenloze objecten komt iets vaker voor. Volgens een onderzoek van Compaq dat ik een tijd geleden op Internet las, 'mishandelt' gemiddeld dertig procent van de computergebruikers zijn pc. De technische dienst van het bedrijf krijgt regelmatig zwaar beschadigde apparatuur ter reparatie aangeboden. Vooral de toetsenborden hebben te lijden onder het geweld van agressieve gebruikers.
Spanning op het werk wordt meestal geassocieerd met hoge werkdruk, en de meest genoemde emotie in dit verband is angst: onzekerheid over de eigen prestaties en over de toekomst ‑ meer in het bijzonder over het voortbestaan van de eigen baan. De rol van boosheid wordt hierbij schromelijk onderschat. Boosheid komt veel voor, maar wordt doorgaans ingehouden. Dat leidt tot overtollig maagzuur, opgewonden gesprekken thuis en veel nachtelijk gewoel. Naar mijn stellige overtuiging zijn toorn en rancune de grootste veroorzakers van stress, en daarmee ook van arbeidsongeschiktheid. Ze komen voort uit frustratie en tegenslag ‑ het werk loopt niet lekker, er zijn te weinig middelen of mensen voelen zich onheus behandeld door collega's, de baas of het bedrijf.
Wat gaat er precies om in de ziedende mens? Laten we ons verplaatsen in een computergebruiker met pech. Je hebt het druk; aan het einde van de dag moet je een notitie afhebben. Een flink deel van de tekst is al ingetikt. Dan blijkt de harde schijf vastgelopen. Er verschijnen onbegrijpelijke foutmeldingen op je scherm. De helpdesk is onderbezet ‑ 'morgen ben je de eerste'. Typisch zo'n samenloop van omstandigheden die je in een opperste staat van razernij kan brengen. Gevolg: emotionele spanning, die enorm veel energie vreet, maar weinig oplevert.
Alle situaties die woede oproepen, hebben een vergelijkbare structuur. Je wilt iets, er treedt een belemmering op, maar je blijft eisen dat aan je wens wordt voldaan. Je baas behandelt je onrechtvaardig, je eist dat hij bijdraait, hij moet zich aan jouw normen houden. Je hebt haast, je kunt geen oponthoud gebruiken, dus mag de trein geen minuut te laat vertrekken. Je hebt een goede prestatie geleverd, anderen moeten dit zien en je passend belonen. Enzovoort.
De redenatie van de woedende mens is een restant van het magisch denken van de driejarige: ik wil iets en daarom moet het ook gebeuren. Ik heb zin in een ijsje, dus moet het onmiddellijk beschikbaar zijn. Je kunt zeggen dat bij momenten van woede de krijsende peuter in ons de overhand krijgt. Ik herinner mij een scène die ik jaren geleden meemaakte in een Thais hotel. Een grote, dikke gast verscheen vloekend en tierend aan de balie. De frêle receptionistes reageerden proestend en giechelend op zijn merkwaardige gedrag. In de ogen van de Thai is iemand die zich zo opwindt een lachwekkende verschijning. Hij vertoont het gedrag van een kind ‑ nog niet wijs genoeg om in te zien dat de dingen nu eenmaal gebeuren. Zouden Thai minder last van stress hebben.
© Theo IJzermans
Columns: