m e n u
  c o l u m n s   &   i n t e r v i e w s  
terug >>  
 

 

Startpagina

 

Curriculum

 

Boeken over psychologie

 

Columns en interviews >>

 

Thrillers

 

Fotografie

 

 

 

 

 

 

 

 

Columns

Wanneer val ik door de mand?

Soms voel ik mij een oplichter. Ik laat mij betalen om dingen te zeggen die iedereen al lang weet. Ooit zal een klant na mijn advies zeggen: u gaat mij toch niet vertellen dat wij hier voor moeten betalen, u belazert de kluit!
  Veel mensen die langere tijd  in een bepaald soort werk zitten, vergeten dat ze inmiddels over  bijzondere kennis, inzichten en vaardigheden beschikken die anderen niet hebben. Zeker wanneer ze zich vooral bewegen in kringen van vakgenoten. Zo word ik van tijd tot tijd uit de brand geholpen door een bevriende geniale computerfanaat. Iemand die niet alleen computers demonteert en weer aan de praat krijgt, maar die ook even een ‘programmaatje’ maakt of verloren informatie van je kapotte harde schijf haalt. Hij valt steeds van verbazing van zijn stoel dat ik niet weet dat je op zekere momenten de BIOS-instellingen moet veranderen en de harde schijf moet defragmenteren. ‘Dat weet toch iedereen!’. Waarschijnlijk vindt ook hij dat zijn kennis niets voorstelt.
 Veel van mijn uiterst deskundige lezers op uiteenlopende gebieden zullen dit herkennen.
 Als de overtuiging dat je eigenlijk niets weet en daarom in je vak eigenlijk niets voorstelt,  ernstige vormen aanneemt, kan dit behoorlijk ondermijnend zijn. In de Amerikaanse psychologieliteratuur staat dit verschijnsel te boek als het impostor syndrome, het bedriegerssyndroom. Het woord bedrieger betekent in dit geval: je voor een ander uitgeven.  Ik doe net alsof ik deskundig ben, terwijl ik toch eigenlijk een onbenul ben.
  Een cliënt van mij, een jeugdige succesvolle personeelsfunctionaris die al een  aantal jaren bij een grote multinational werkt, vertelde dat ze na een promotie naar een prestigieuze internationale functie, de neiging voelde opkomen om haar superieuren, eventueel anoniem, te waarschuwen voor deze foute beslissing: ‘Ze moeten toch weten wie ze hier in huis halen!’                      
  Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat deze negatieve manier van denken over de eigen capaciteiten twee maal zo vaak bij vrouwen voorkomt. Dit klopt  met mijn ervaring in cursusgroepen. Als ik het verschijnsel  beschrijf en om herkenning vraag, nadat het ijs  gebroken is en er een vertrouwelijke sfeer is ontstaan, gaan steevast de vingers omhoog van vrouwen. Het gaat dan om vrouwen met een succesvolle carrière die inmiddels op een behoorlijke positie zitten. 
  Sommige auteurs melden dat het verschijnsel even vaak bij mannen voorkomt; zij zullen het alleen minder gemakkelijk toegeven. Het is immers niet gepast om in een machocultuur onzekerheid te tonen.  ‘Als ze merken dat je twijfelt of onzeker bent, kun je het wel vergeten’, hoorde ik recentelijk nog een mannelijke directeur, werkzaam bij een groot bedrijf, beweren. Wat dat betreft lijkt er weinig veranderd te zijn.
  Als je je zelf tot de categorie ‘oplichters’ hebt benoemd, zit het leven vol nervositeit. Ook kost het  veel extra werk om de ‘ontmaskering’ steeds een slag voor te zijn.  De lezing of presentatie moet extra goed worden voorbereid. De geschreven rapporten zijn zes keer herschreven en de werktijd is met twintig uur per week verlengd. Hé, hé, ik heb het weer voor even gered.
  Als u hier iets in herkent, bedenk dan dat dit uitstel maar tijdelijk is. Ooit komt de Grote Onthulling. Laten we samen, stilletjes en in het diepste geheim, afwachten tot ze ons door beginnen te krijgen.

© Theo IJzermans

Columns:

 

 

| top |