Columns
Oudere werknemers
Het activeren van oudere werknemers: Kan dat? Hoe doe je dat? Wat zijn de resultaten? Een paar dagen geleden woonde ik een symposium bij over dit thema. Een actueel onderwerp in deze tijd met een regering die de pensioenleeftijd wil verhogen.
Helaas kwamen er minder onderzoeksgegevens op tafel dan ik gehoopt had. Terwijl er toch inmiddels uit psychologisch onderzoek wel een en ander bekend is was er maar een onderzoeker onder de sprekers. Twee andere sprekers stonden met veel sheets, vol met positieve algemeenheden hun bedrijfje te verkopen. Het wordt steeds erger met de prietpraat van dit soort bureautjes sinds de toenemende commercialisering van de sociale dienstverlening. Iedere ochtend onder de douche stoor ik me weer als ik bij de Ster op de radio luister naar de reclames van de Arbo-diensten die je werknemers wel weer aan het werk zullen krijgen. De veel bejubelde marktwerking bij dat soort diensten leidt er toe dat de voorlichting een steeds hoger tsjakkaa-gehalte krijgt. Vlotte babbelaars stappen in de voetsporen van Ratelband met veel uit de duim gezogen wetenschap. Maar dit terzijde.
Wat me het meest tegenstaat in alle beschouwingen over het activeren van ouderen is de dwingende en generaliserende toon: ouderen moeten dit, bedrijven moeten dat of de politiek moet zo. Hoe staat het met de persoonlijke keuzemogelijkheden van mensen?
Een voorbeeld. Vijftien jaar geleden was er enige publiciteit omdat HJA Hofland, een bekend journalist, toen in dienst bij het NRC Handelsblad, zich met hand en tand verzette tegen zijn vervroegde uittreding. Dat was volgens de toenmalige CAO verplicht op je drieënzestigste. Hij is inmiddels acht en zeventig en schrijft, als freelancer, nog even veel en met evenveel plezier als indertijd. De meeste van mijn voormalige collega’s in de gezondheidszorg daarentegen hielden het na hun vijftigste na 25 jaar werk voor gezien. Bij iedere nieuwe regeling op het gebied van vervroegde uittreding keken ze elkaar aan: Hoe lang moet jij nog?
Laten we ophouden met het creëren van algemene regels. Sluit aan bij de verschillen en mogelijkheden en geef meer ruimte voor individuele scenario’s: de levensloopregeling is een klein beginnetje. Ieder bouwt zijn eigen pensioenpot op en je kunt er uitstappen als je wil. Hoe jonger je opstapt hoe minder je krijgt. Mensen die goed functioneren en dat graag willen zoals de eerder genoemde Hofland moeten als ze willen tot hun tachtigste of daarna kunnen werken. De afgebrande hulpverlener moet op zijn vijf en vijftigste kunnen vertrekken en misschien moet hij een aantal jaren bijklussen in de sportkantine of in het postzegelwinkeltje dat hij inmiddels heeft opgezet om zijn lagere uitkering aan te vullen.
Leve de vrijheid!
© Theo IJzermans
Columns: